Gehele preek van deze week

DEZE ZOON VAN MIJ WAS DOOD EN IS WEER TOT LEVEN GEKOMEN


Bron: Jozua 5.9-12, 2 korintiers 5.17-21, Lucas 15.1-3, 11-32..

Dierbare medechristenen,
de parabel van de verloren zoon, zoals hij vaak wordt genoemd, is in deze veertigdagentijd onze overdenking waard. In het Engels echter heeft de parabel een andere naam: the prodigal Son. Misschien het beste te vertalen met: de buitensporige zoon of zoon die alles verkwiste. Ik weet niet hoe Jezus de parabel noemde. De meeste mensen zullen zich concentreren op de ‘verloren zoon’. In het verhaal was het alleen de vader die de jongen verloren en dood noemde. Hij beval een feestmaal. De oudere broer was boos, hij noemde zijn broer de buitensporige zoon en vroeg zich af waarom een verkwistend kind op zo’n grootse manier gevierd zou worden. Hij kon de ‘dwaasheid’ van het hele gebeuren niet begrijpen: waarom iemand belonen die straf verdiende?
De twee titels die gebruikt worden in de beschrijving van deze zoon zijn belangrijk, want een naam kan veelzeggend zijn. Wanneer je zegt dat iemand een moord heeft gepleegd, is dat iets heel anders dan wanneer je zegt dat iemand doodslag heeft gepleegd. In beide gevallen is er iemand vermoord, maar of je het doodslag of moord noemt, verandert er veel, vooral voor degene die schuldig is. In het boek “Things Fall Apart” (Dingen vallen uit elkaar) van Chinua Achebe gaf een wijze man, Ogbuefi Ezeudu, een belangrijk advies aan Okonkwo over een onschuldige jongen die ze op het punt stonden te doden. Hij zei tegen Okonkwo: “die jongen noemt je vader, maak geen deel uit van zijn dood’. De wijze man zei niet dat de jongen niet gedood moest worden, zoals de gemeenschap besloten had, maar hij vond dat de man die hij vader had genoemd en naar wie hij opkeek als een vader, geen deel mocht uitmaken van deze gebeurtenis. Helaas sloeg Okonkwo geen acht op dat advies.
Wanneer we de jongen uit de parabel de verkwistende of buitensporige zoon noemen, gaan we voorbij aan de ervaringen die hij doormaakte. Feit blijft dat hij de rijkdom van zijn vader verkwistte, maar ook dat hij verdwaalde en in de problemen kwam. Hij was zo vervreemd dat zelfs toen hij bijna stervende was, hij het moeilijk vond om naar zijn vader terug te keren. Hij was bereid om zich met het voedsel van de varkens te voeden. Hij was bereid om met de varkens te leven in plaats van terug te keren naar zijn vader. Hij vond dat hij een mislukking was, hij voelde dat hij zijn menselijkheid totaal verloren had. Hij geloofde dat hij geen plaats meer had in het huis van zijn vader. Dit is punt om over na te denken, want ook in onze tijd zijn er mensen die nog steeds vastzitten op dit ellendige pad: mensen die niet geloven dat ze enige waarde hebben. Er zijn mensen die zichzelf totaal hebben opgegeven en de hoop hebben verloren om een zinvol leven te hebben. Sommigen zouden zelfs bereid zijn zich met de varkens te voeden als iemand hen de kans geeft. Ze hebben elk gevoel voor het huis van een vader verloren.
Laten we ook niet vergeten dat deze jongen niet terugkwam om als zoon aanvaard te worden! Hij kwam niet terug om zijn daden te rechtvaardigen of om dwaze excuses aan te voeren waarom hij weggegaan was. Hij kwam terug in totale nederigheid en gebrokenheid, hij had aanvaard dat hij een mislukkeling was, hij was een ander persoon geworden. Zijn missie was om bij zijn terugkomst geaccepteerd te worden als één van de dienaren. Hij had elk besef van zijn waarde als zoon verloren. De oudere broer zag deze gebrokenheid en neerslachtigheid van zijn broer niet. Hij was alleen geïnteresseerd in het geslachte vetgemeste kalf en het feestmaal, dat hij geen aandacht schonk aan zijn ‘dode’ broer. Hij zag de ellende, de pijnen en de folteringen van zijn broer niet, hij zag alleen het geslachte kalf waarvan hij met zijn vrienden had kunnen genieten. Hij was helemaal in beslag genomen door zijn eigen verlangens en belangen.
Dit is daarom geen gelijkenis van een buitensporige zoon, dit is een gelijkenis van een verloren zoon die alles verloren heeft! Hij verloor zijn kansen en mogelijkheden, hij verloor zijn rijkdom, hij verloor zijn menselijkheid, hij verloor zijn integriteit, hij verloor zijn zintuigen. Het lijkt erop dat dit kind al verloren was voordat hij het huis van zijn vader verliet. Hij verloor zijn gevoel voor doel en de zin van het leven. Hij had het doel van zijn leven in het huis van zijn vader verloren en vond dat het verlaten van het huis om van het leven te genieten met zijn vrienden hèt ultieme doel van het leven was. Dit leidde voor hem tot nog meer verliezen, totdat hij alles kwijt was. Hij stond op het punt zijn leven te beëindigen toen hij die flits van genade kreeg die hem weer bij zijn positieven bracht. 
Ook wij kunnen in het huis van onze Vader zijn en toch verloren zijn. Ook wij kunnen de zin van ons thuis zijn in het huis van de Vader verloren hebben. Wij kunnen de zin van onze positie als kinderen van God verloren hebben. Wij zouden bij God thuis zijn kunnen gaan zien als een last, wij zouden het geloof kunnen gaan zien als ouderwets, tijdverspilling, naïef en een soort onderdrukking. We zouden in de verleiding kunnen komen om ons een heerlijk leven voor te stellen buiten het huis van de Vader, waar we het leven zouden kunnen leiden waarover fantaseren. We zouden ons kunnen gaan inbeelden dat we de steun van onze Vader niet meer nodig hebben, dat we nu met ons leven en onze middelen kunnen omgaan zoals we willen zonder de normale controle van het huis van de Vader.
Wij, mensen van vandaag, zijn geroepen tot een verandering van hart. Want verandering van perspectief kan ons leiden tot groei. De vader uit de parabel roept zijn oudste zoon op om de dingen op een nieuwe manier te zien, om de aandacht te verleggen van de verspilde rijkdom naar de verspilde zoon. Hij wil dat zijn oudste zoon ziet dat het leven van zijn broer belangrijker is dan welk vetgemest kalf dan ook. Hij wil dat hij ziet dat zijn broer is teruggekomen in totale nederigheid en haveloze kleren. Hij was niet teruggekomen om rechten en aanspraken op te eisen. Hij was teruggekomen met levenslessen uit zijn pijnen en gefrustreerde ondernemingen. Hij was nederig geworden door zijn ervaring. Het lijden en de pijnen van zijn vergeefse reis hadden hem de bittere les geleerd die hij thuis weigerde te leren. 
De veertigdagentijd is een periode van leren, een periode van bewustwording, groei en rijpheid. De Vader nodigt ons uit om met zijn ogen te zien, om de manier waarop we naar anderen kijken te veranderen, om op te houden mensen af te schrijven met slechte namen, etiketten en negatieve gevoelens. De Vader nodigt ons uit om boven onze persoonlijke en egoïstische belangen uit te stijgen en de pijn en ellende te zien van anderen die verlangen naar een thuis, naar voedsel, naar een zekere status. De Vader nodigt ons uit om deel uit te maken van het genezingsproces voor hen die ziek en gebroken zijn. En we kunnen alleen deel uitmaken van deze genezing als we dieper kijken dan de oppervlakte om de verwarringen, stoornissen, vervuilingen, honger en ellende te zien die achter de lachende gezichten en oppervlakkige vreugden van de berouwvolle zondaar liggen.
Deze prachtige parabel biedt ons drie mogelijke levenstrajecten: (1) soms zijn we de verloren zoon die de rijkdom van de vader hebben verspild: onze zintuigen, status, betekenis, richting hebben verloren en zelfs het risico lopen ons leven te verliezen. (2) Soms zijn we ook de oudere broer die bezig is met zichzelf: meer denkt aan de vetgemeste kalveren dan aan de gebroken broeders en zusters. We kunnen zo opgaan in ons verlangen naar beloning dat we vergeten barmhartig, medelevend en zorgzaam te zijn. (3) Maar het perspectief van de Vader is waar we toe uitgenodigd zijn: een plaats van wijsheid die verder kijkt dan de oppervlakte, barmhartigheid die openstaat voor de gewonden, klaar om te helen en te herstellen wat verloren was, mededogen dat onvoorwaardelijk en diep is. Moge deze Veertigdagentijd die noodzakelijke verandering van hart brengen en ons vervullen met de liefde die in staat is om de wereld, onze gezinnen, gemeenschappen en levens plaatsen van glorieus “Alleluia” te maken, door Christus onze Heer. Amen.

Terug naar home