Geschiedenis
Vervolgingen blijken soms het tegendeel te bereiken van wat de vervolgers beogen. Toen rond 1900 de Franse regering, onder leiding van de antiklerikaal Combes, het voortbestaan van de congregatie bedreigde, werd pater Albert Sébire op 1 maart 1900 naar België gestuurd om daar een nieuwe stichting te beginnen. Hij beperkte zijn actie niet tot België, maar zag ook mogelijkheden in Nederland.
Jaren van opbouw
Weert leek Pater Sébire een geschikte plaats om een kleinseminarie te beginnen. Er was een Bisschoppelijk College waar de studenten konden studeren. Een onderkomen werd gevonden in voormalig hotel ‘De Roos’. Op 2 september 1904 begonnen daar 3 paters (Sébire, Callewaert en Seynave) uit Lier met 10 studenten en een jaar later waren dat er reeds 30. Het hotel raakte snel vol, daarom werd in 1906 een nieuw missiehuis in gebruik genomen. Het aantal studenten bleef de jaren door groeien en er moest nog enkele malen bijgebouwd worden.
In 1913 vestigde pater Sébire, overtuigd van de onmisbaarheid van vakbroeders in de missiegebieden, de opleiding van de broeders in Baarle Nassau, met een vakschool voor timmeren, smeden, elektriciteit, metselen, schilderen, schoenmaken, bakken, en een bedrijf van akker- en tuinbouw en veeteelt.
In 1914 begon het grootseminarie in Gemert en in 1926 het noviciaat in Gennep. In 1931 werd de Nederlandse Provincie officieel opgericht. In Gemert op het kasteel, waar de filosofie en theologieopleiding al was, kwam nu ook het provincialaat. Het bleef er, totdat het in 1947, vanwege nijpend ruimtegebrek, verhuisde naar Rhenen. De afdeling propaganda verhuisde mee.
In 1951 kwam een kleine communiteit wonen in Halfweg die zich bezig ging houden met de missieprokuur. Verzendingen van en naar de verschillende missiegebieden, reispapieren, douanepapieren, financiën zijn slechts een greep uit de vele activiteiten die er plaatsvonden.
Op 1 november 1953 betrokken de Spiritijnen een landhuis in Berg en Dal, dat bestemd werd als huisvesting van jonge paters, die studeerden aan de universiteit van Nijmegen. Hier werd ook de missiepropaganda gevestigd. Een belangrijk initiatief van o.a. Pater van Croonenburg was ook de stichting van het Afrika Museum. In 1957 werd te Hattem een seminarie voor late roepingen begonnen, genaamd ‘de Kibo’.